Duurzame gedragsverandering komt kort door de bocht neer op: andere dingen blijvend doen of dingen blijvend anders doen.
Dat kan nodig zijn omdat je bijvoorbeeld merkt dat je nieuwe vaardigheden wilt (of moet) aanleren op je werk. Omdat je last hebt van oude gewoontes of omdat je wilt doorgroeien.
Of misschien ben je leidinggevende en vraag je je af hoe je een medewerker kunt helpen om een gedragsverandering op het werk in gang te zetten én vol te houden.
In dit blog vind je naast twee concrete voorbeelden, de 6 fases die je doorloopt om tot een blijvende gedragsverandering te komen.
Twee voorbeelden uit mijn eigen coachingspraktijk
Teveel klaarstaan voor anderen
Dennis had het veel te druk. Hij was aldoor bezig met mensen helpen, op het werk en ook privé. Als collega’s een vraag hadden, dan stond hij direct voor ze klaar. Ook in zijn privéleven ging dat zo. Als zijn vriendin iets wilde, dan deed hij dat.
Maar hij merkte dat het hem teveel werd. Zijn hoofd liep over en hij kon zich niet meer goed concentreren. Hij realiseerde zich dat hij zijn tijd anders moest indelen en dat hij assertiever moest worden.
Te dominant en niet goed luisteren
In Carla’s functioneringsgesprek was naar voren gekomen dat ze te dominant was en teveel ruimte innam. Omdat ze graag wilde doorgroeien naar een management functie, was het extra belangrijk dat ze beter leerde luisteren en haar empatisch vermogen ontwikkelde.
Op het oog lijken dit twee totaal verschillende uitdagingen voor Dennis en Carla, maar er is wel degelijk een overeenkomst: beiden willen iets veranderen aan hoe ze dingen aanpakken. Gedragsverandering dus. En dat lukt niet van de ene op de andere dag, want je bent gewend om iets op een bepaalde manier te doen. Je hebt zo je gewoontes.
Formule voor duurzame gedragsverandering
De bekende (gedrags)therapeut en psycholoog Martin Appelo stelde, op basis van wetenschappelijk onderzoek, een formule op voor duurzame gedragsverandering.
Deze formule maakt zichtbaar dat duurzame gedragsverandering alleen kan optreden als:
- Iemand een innerlijke drang voelt om te veranderen – dat hij/zij last ervaart en dat hij/zij een alternatief ziet.
- Iemand de discipline heeft om de verandering in gang te zetten en vol te houden en om automatismen, sociale druk en ‘winst’ van het oude gedrag te weerstaan
- Iemand intern attribueert – fouten en tegenslagen aan zichzelf toeschrijft en niet aan de omstandigheden.
Duurzame gedragsverandering op het werk
Om tot een duurzame gedragsverandering te komen, doorloop je in de praktijk een proces dat bestaat uit 6 fasen:
- pijn of verlangen
- nadenken, onderzoeken en tot inzichten komen
- experimenteren en oefenen
- jezelf monitoren
- successen vieren en doorgaan met oefenen
- vasthouden
Fase 1: pijn of verlangen
De eerste stap is vaak dat je pijn of verlangen ervaart. Je wilt ergens vanaf of je wilt ergens naartoe. Dennis had ergens last van. Hij voelde zich overbelast en kon zich niet meer concentreren.
Carla verlangde ergens naar. Ze wilde een volgende stap in haar loopbaan zetten en om daarvoor in aanmerking te komen, moest zij haar communicatieve vaardigheden ontwikkelen.
Fase 2: nadenken, onderzoeken en tot inzichten komen
Hierna volgt idealiter een periode van nadenken en analyseren. We brengen in kaart wat er precies speelt:
– Hoe gaat het nu?
– Wat belemmert me om het anders te doen?
– Wat zou helpen om over belemmeringen heen te kunnen stappen?
Je krijgt inzicht in jouw persoonlijke gebruiksaanwijzing. Deze onderzoeksfase is belangrijk, omdat gedrag vaak voortbouwt op allerlei overtuigingen die we bewust en onbewust met ons meedragen.
Overtuigingen zijn gedachtepatronen en ideeën die we in ons leven hebben opgedaan. Vaak helpen ze ons, in het leven en in het werk, om onze doelen te bereiken. Soms echter, kan een gedachte of een idee ons enorm in de weg zitten en onze ontwikkeling belemmeren.
Bij Dennis bleek bijvoorbeeld dat de manier waarop hij met zijn tijd omging hoofdzakelijk gestuurd werd door zijn overtuiging dat hij altijd aardig moest zijn voor andere mensen. Daardoor wilde hij altijd helpen en kwamen de behoeftes van anderen voor die van hem en raakte hij in tijdnood. Carla had het idee dat iedereen dacht zoals zij. Dat andere mensen net als zij van lekker snel hielden en recht op het doel af.
Pas als je die overtuigingen of ideeën boven tafel hebt, kun je je er in het dagelijkse leven bewust van worden en gaan zien hoe ze je gedrag beïnvloeden. Als er ideeën tussen zitten die je belemmeren, dan is het zaak om ze kritisch onder de loep te nemen en te kijken of en hoe je ze kunt ombuigen naar ideeën die je wél helpen.
Als je deze fase overslaat en na de eerste fase direct op gedrags- en vaardigheidsniveau gaat werken, dan zul je merken dat je een nieuwe vaardigheid een week of twee toepast en daarna weer terugvalt in oud gedrag. Want als je manier van denken blijft zoals die was, dan ‘eist’ deze als het ware je oude gedrag van jou.
Fase 3: experimenteren en oefenen
In deze fase kunnen we doelen stellen en ga je oefenen met het aanleren van nieuwe gewoontes (lees: nieuw gedrag). En dat is best lastig, want gedrag is hardnekkig.
Oud gedrag en oude overtuigingen voelen als een oude leren jas: hij zit als gegoten en het leer is lekker zacht en soepel. Als je een nieuwe koopt omdat je oude jas versleten is, dan moet je die nieuwe ‘indragen’.
In het begin is die nieuwe leren jas stijf en voelt hij oncomfortabel aan. Maar je weet dat als je het een tijdje volhoudt, ook deze jas als gegoten zal zitten. Aanvankelijk is het verleidelijk om gewoon je lekkere oude jas van de kapstok te pakken, in plaats van die nieuwe. Dat vergt wat wilskracht.
Zo is het ook met het in de praktijk brengen van nieuw gedrag. Het kan dan helpen om:
- een afspraak met jezelf te maken of je voor te nemen om in de komende week in een concrete situatie te oefenen met nieuw gedrag
- het nieuwe gedragspatroon te verdelen in stukjes. Je hoeft niet alles in één keer goed te doen (sterker nog, als je dat verwacht dan kan dat zelfs averechts werken). Begin met één stapje en zet als je die onder de knie hebt de volgende stap enzovoorts.
Carla begon met vragen stellen en samenvatten en breidde dat stapje voor stapje uit met andere communicatieve technieken. Dennis ging experimenteren met op verschillende manieren grenzen stellen.
Fase 4: jezelf monitoren
Het is heel belangrijk dat je je vorderingen bijhoudt.
Bijvoorbeeld in een Excel sheet of in een notitieboekje. Want het leren
zit ‘m niet zozeer in het moment dat je je nieuwe gedrag of competentie
uitoefent, maar vooral in de reflectie daarop. Het moment waarop je je
afvraagt:
– Wat ging goed en wat kon beter?
– Wat leer ik hiervan voor een volgende keer?
Fase 5: successen vieren en doorgaan met oefenen
Als het je af en toe (en na verloop van tijd steeds vaker)
lukt of gedeeltelijk lukt om het nieuwe gedrag in de praktijk te brengen, dan
is het goed om dat te vieren. Door er even bij stil te staan en jezelf een
schouderklopje te geven. En als er iemand betrokken is bij je ontwikkeling,
bespreek het dan met diegene.
Het is motiverend om te kijken naar wat je al bereikt hebt! Dat geeft energie
om door te gaan met de stappen die je nog wilt zetten.
Fase 6: vasthouden
Gedrag is hardnekkig. Hetzelfde geldt voor overtuigingen. Oude gewoontes en ideeën zullen af en toe weer de kop op steken. Om hier alert op te blijven kun je:
- regelmatig feedback van anderen vragen
- regelmatig zelf reflecteren
Carla leerde zich aan om verschillende keren per week aan een gesprekspartner te vragen: hoe vond je dit gesprek gaan? Die feedback schreef ze op, zodat ze er op een later moment rustig over na kon denken.
Dennis ontwikkelde de gewoonte om aan het eind van iedere week te reflecteren. Hij deed dat schriftelijk aan de hand van twee vragen: Hoe gaat het nu met me? Hoe vol was mijn hoofd deze week? Zijn antwoorden nam hij af en toe met zijn partner of een collega door.
Duurzame gedragsverandering op het werk
De stappen in deze 6 fasen helpen je om je nieuwe gewoontes eigen te maken die beklijven. Als leidinggevende kun je in al deze fasen een bijdrage leveren (coachend leidinggeven).
Kun je wel wat hulp gebruiken bij duurzame gedragsverandering op het werk, voor jezelf of voor een medewerker? Plan dan een vrijblijvend kennismakingsgesprek in. Of wil je graag meer weten? Bel me dan gewoon even of stuur een mailtje.
Geef een reactie